-
1 signaler
signaler [sienjaalee]1 aankondigen ⇒ aanduiden, aangeven♦voorbeelden:1 zich onderscheiden ⇒ uitmunten, opvallenv1) aankondigen, aangeven2) wijzen (op)3) (ver)melden -
2 observer
observer [opservee]1 gadeslaan ⇒ waarnemen, observeren, in het oog houden4 in acht nemen ⇒ naleven, zich houden aan♦voorbeelden:3 faire observer qc. • iets opmerken, iets zeggenfaire observer qc. à qn. • iemand opmerkzaam maken op ietsfaire observer la loi • de wet doen nalevenv1) gadeslaan, observeren2) onderzoeken3) opmerken4) naleven, in acht nemen -
3 remarqué
-
4 faire la remarque de qc. à qn.
faire la remarque de qc. à qn.Dictionnaire français-néerlandais > faire la remarque de qc. à qn.
-
5 faire observer qc. à qn.
faire observer qc. à qn.Dictionnaire français-néerlandais > faire observer qc. à qn.
-
6 attention
attention [aatãsjõ]〈v.〉1 oplettendheid ⇒ opmerkzaamheid, aandacht♦voorbeelden:attirer l'attention de • de aandacht trekken vanfais attention! • let op!faites bien attention à ma question • denk goed na over mijn vraagfais attention à, de ne pas le réveiller • zorg ervoor hem niet wakker te makenj'appelle votre attention sur ce détail • ik maak u opmerkzaam op dit detailfaire attention que, à ce que 〈+ aanvoegende wijs〉 • ervoor zorgen dat, erop toezien datattention! • let op!1. foplettendheid, aandacht2. attentionsf pl3. interj
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский